Marmelade en het archief
Soms krijg ik e-mails die opvallen door extreme kortheid. Geen aanhef in de vorm van ‘Beste Hiska’ of zoiets. Welnee, de mededeling stormt zonder kloppen mijn digitale voordeur binnen. En rent er ook heel snel via de achterdeur weer uit. Het einde van zo’n e-mail is geen beleefde groet, maar meestal Gr. met daarachter de naam van de afzender. Dan stel ik me altijd een agressief beest voor: de tanden op elkaar geklemd en grommend tegen het computerscherm.
Gelukkig is Aafke Brunt, archivaris van Twickel, een e-mailer van heel andere orde. Van haar ontvang ik altijd prachtige berichten waarin zij uitweidt over allerlei historische details. Ook al is mijn vraag soms kort, het antwoord is altijd lang.
Laatst was ik op bezoek in het huisarchief van Twickel. Dat bevindt zich in het rechterbouwhuis op het voorplein. In de rentmeesterij staat het archief van de Stichting Twickel die in 1953 werd opgericht. Aafke toonde mij 250 strekkende meter aan dossiers, kasboeken, correspondentie, kaarten, foto’s en varia. Al met al bijna zeven eeuwen geschiedenis van het landgoed. Zowel die lange periode als de grootte van het archief maken dat Twickel een ware schatkamer voor historici is.
Toen ik jaren geleden Geschiedenis studeerde, werd het gebruik om waardevol oud papier of perkament alleen met witte handschoentjes aan te vatten. Dan zouden vuil, zuur, zout of wat dan ook van je vingers niet het materiaal aantasten. Nu komt men terug van dat idee: de handschoentjes maken dat je het materiaal niet echt goed voelt. De kans op beschadiging is daardoor groot. Daar ben ik blij om. Wat is er mooier dan een oud document echt aan te raken en te weten dat iemand anders dat, eeuwen eerder, ook heeft gedaan toen hij of zij een tekst schreef?
De meeste stukken zijn keurig opgeborgen in archiefdozen. Een etiket vermeldt het inventarisnummer. Een rechthoekje papier met een tekeningetje van een gedrapeerde stof rond een lijst. In heldergroen. Het etiket deed me denken aan potten met huisgemaakte jam, zoals die vroeger te koop waren in de Landgoedwinkel. Aafke knikte. Ja, dat klopte. De etiketten bleken ooit ontworpen voor het archief door W.J. Bitter, rentmeester van 1882 tot 1924. Toen Twickel nog marmelade mocht bereiden -hygiëneregels staan dat nu niet meer toe- plakte men de oude archiefetiketten op de potten. Aafke lachte en zei: “Twickel gooit nooit iets weg.”
Hiska Bakker