Koeien, schapen, kippen, die zie je overal op Twickel. Her en der zijn er ook exotischer dieren. Zo ken ik een echtpaar dat alpaca’s houdt. Grote beesten die doen denken aan lama’s met hun lange nek en grote ogen. Ze heten Roosje, Puck en Versace. Net zoals schapen moeten ze jaarlijks geschoren worden, vlak voor de zomer zodat ze zonder warme wol de hitte kunnen trotseren.
Dit jaar was hun scheerbeurt in mei en voor de tweede keer was ik getuige. Toen ik het de eerste maal meemaakte, was ik aanvankelijk lichtelijk ongerust. De twee scheerders installeerden een smal skaileren werkvlak met een metalen constructie aan de korte uiteinden. Het bleek een onderzoektafel uit een ziekenhuis waar zij zelf ijzeren staven aan hadden gelast. Zij pakten Roosje waarbij de één de nek omvatte en de ander het lijf duwde. Roosje is sterk en stribbelde tegen. Ze werkten het dier met de zij op de tafel, pakten voor- en achterpoten en bonden die met touwen vast aan de metalen uitsteeksels. Het zag er heftig uit, alsof het beest gevierendeeld zou worden. Wat echter opviel, was dat Roosje snel alle verzet staakte. De scheerders vertelden dat alpaca’s altijd snel de situatie accepteerden. In plaats van heftig te blijven wurmen gaven zij zich over. Een talent dat je sommige mensen zou toewensen.
De tondeuse toverde uit een wollig omvangrijk lijf een rank lichaam tevoorschijn. Een metamorfose die je ook bij schapenscheren ziet. Nadat de tanden waren gecontroleerd en het kuifje bijgeknipt, werd de alpaca losgemaakt. Ik vermoedde dat het dier als de wiedeweerga zou vluchten. Niets van dat. De alpaca bleef rustig bij ons staan om toe te kijken naar de beurt van de rest van de familie. Geen enkele stress, maar nieuwsgierigheid.
Dit jaar kwamen dezelfde kundige en rustige scheerders en kwam geschoren Roosje zelfs naast de mannen staan om te snuffelen aan haar vastgebonden lotgenoot.
Ik raapte de wol op, nog warm van het lichaam en verheugde mij alvast op een wintertrui van Roosje.
Hiska Bakker