Geel gras, bruin afgevallen blad onder bomen, hangende rododendrons. Toen we enkele weken geleden terugkeerden van vakantie in tropisch Engeland, trof ik bij Twickel hetzelfde als in Kent en Sussex: dorre natuur. De prachtige tuinen die wij in Engeland bezochten, waren uiteraard royaal besproeid, maar rondom Sissinghurst, Chartwell en Hever Castle waren de cricketvelden bruin en de bermen verpieterd. Zo lag ook in Delden het groen langs de paden lijdzaam op de grond. In het bos knapten takken spontaan van droge bomen af. In de slotgracht rondom kasteel Twickel was het water alarmerend gedaald: honderden meters lange buizen voerden water uit de Twickelervaart aan.
Sommige mensen werden mismoedig van die droogte en voorzagen woestijnen in plaats van weilanden. Ook de boeren klaagden over te kleine maïskolven en te weinig gras voor het vee. Ik heb een paar vriendinnen die niet tegen hitte kunnen: witjes bivakkeerden zij in hun huizen. Gordijnen dicht, airco aan.
Inmiddels heeft het een paar keer fiks geregend in Nederland en ziedaar: fris groen ontspruit aan dood lijkende takken, grassprieten verschijnen in het gazon, plantjes schieten uit de grond. Ook in Twickel is de metamorfose zichtbaar. Als je daar nu wandelt, ligt de natuur niet meer op apegapen maar is springlevend.
Ik vind dat hoopgevend. De krachten in de natuur zijn sterker dan wij denken. Onder doodsheid barst het van leven.
Helaas is dorheid soms ook een teken van een naderend einde. Onze kat stierf deze zomer van ouderdom. Hoe graag ik ook nieuw leven in zijn broze lijf had willen blazen, zijn neergang was onomkeerbaar. Ook de dood hoort bij het leven.
De regen die de natuur van het landgoed weer heeft doen opleven, laat de hibiscus die ik op zijn graf plantte, uitbundig groeien.
Hiska Bakker