Voorjaarslezing ‘Van Kerkuil tot Laplanduil’ op woensdag 5 februari 2020.
Onno de Bruijn hield een boeiend verhaal over zijn loopbaan als natuurbeschermingsecoloog. Onno (1948) raakte al als biologiestudent, uit de Achterhoek, gefascineerd door de Kerkuil. Winterswijk was rond 1970 met zes broedparen één der laatste Nederlandse bolwerken. Met Ton Veenendaal ontwikkelde hij een nestkast voor Kerkuilen, waarin in 1968 voor het eerst Kerkuilen succesvol broedden. Het idee en het ontwerp van deze kerkuilkast is met veel succes door Staatsbosbeheer en Vogelbescherming in Nederland gepropageerd. Het heeft aan de basis gestaan van het spectaculaire herstel van de kerkuilstand. Er broeden tegenwoordig weer 2000-3000 paren Kerkuilen door hele land. Een groot succes.
Hij heeft zich gedurende zijn loopbaan ingezet voor het behoud en de bescherming van topnatuur: natuur die zo mooi en kwetsbaar is dat zij ons diep raakt. Hij heeft er in de loop van vele jaren over geschreven. Deze verhalen zijn in 2018 samengevat in zijn boek ‘Van Kerkuil tot Laplanduil’. Maar hij kan er ook heel boeiend over vertellen zoals bleek tijdens de voorjaarslezing. Het ging over bedreigde vogelsoorten en wilde orchideeën-soorten met name in de topnatuur in Twente en de Achterhoek, maar ook over gebieden net over de grens in Duitsland en verder naar het Oosten. Helaas broeden er een aantal vogelsoorten niet meer in ons land, zoals de Ortolaan, de Klapekster en de Goudplevier. Ook is het niet gelukt om de populatie van het Korhoen op de Sallandse Heuvelrug te behouden. Door stikstofdepositie en verzuring zijn inmiddels wilde orchideeën-soorten verdwenen in ons land en omgeving.
Gelukkig waren er ook een paar succesverhalen, zoals hierboven over de Kerkuil. Een heel bijzonder verhaal was het herstel van de stand van Laplanduil in het Bialowiezawoud op de grens van Polen en Wit-Rusland. Onno de Bruijn slaagde erin om de Polen en de Witrussen te laten samenwerken, mede dankzij financiële steun van de Nederlandse instelling, ‘Natuurmonumenten’, maar hij doneerde zelf ook geld rechtstreeks aan de jachtopzieners om de Laplanduil in leven laten in plaats van hem doden. Deze prachtige vogel was zeer gewild in opgezette vorm. Er is nu een kleine maar stabiele populatie in het Witrussische deel van het Bialowiezawoud.
Na de pauze werd Onno deskundig geïnterviewd door Hiska Bakker (redacteur van het Twickelblad). Zij ontlokte hem een paar persoonlijke ontboezemingen. Mede door de natuurreservaten en grote landgoederen is er toch nog veel behouden. Daar mogen we in Twente trots op zijn.
Hij heeft grote liefde en ontzag gekregen voor de Laplanduil, vanwege zijn grootte, groter zelfs dan de Oehoe. Hij beschouwt hem als een hoogstaande vogel.
Deze boeiende lezing nodigde velen uit om ter plekke zijn boek aan te schaffen.
Veel leesplezier!!
[layerslider id=”3″]