De tuinhistorie van Twickel met uitstapjes naar andere historische tuinen.
Dialezing voor de Vereniging Vrienden van Twickel
door drs. H.J. Saaltink te Doetinchem.

Deze interessante lezing werd bezocht door ca 140 bezoekers.

De tuinen en het park van Twickel zijn heel bijzonder. Niet alleen vanwege hun schoonheid, maar ook de grote historische betekenis. Allerlei perioden in de tuinhistorie hebben er hun sporen achtergelaten.  We volgden de ontwikkeling van de tuinen vanaf de late middeleeuwen tot aan de huidige tijd waarin de grote parkrenovatie tot stand kwam. Veel gegevens komen uit het het rijke huisarchief van Twickel dat veel materiaal over vroegere periodes bevat, zoals de renaissance, de barok, het neoclassicisme en de vroegere landschapsparken.
De grote lijn van het verhaal was de tuinhistorie van Twickel. Van daaruit werden uitstapjes gemaakt, want de tuinen van Twickel staan niet op zichzelf.  Ze hebben geen autonome ontwikkeling doorgemaakt die los staat van wat er elders gebeurde. Mensen maken hun tuinen in samenhang met hun visie op hun natuurlijke omgeving en met hun belevenis van de voor hen actuele uitingen van kunst en cultuur. Die opvattingen zijn altijd tijdgebonden. Achter een 17-de eeuwse baroktuin schuilt een heel ander mensbeeld dan achter een 19-de eeuws landschapspark. Daarom werd ook een kijkje genomen in andere tuinen in ons land met elementen die in dezelfde tijdsperiode zijn ontstaan als die van Twickel. Zo kwamen we terecht op o.a.Weldam, Middachten, Rosendael, Paleis Het Loo en in de tuinen van Johan Maurits van Nassau in Kleef. Daarna keerden we weer terug naar Twickel om het verhaal van de tuinhistorie van Twickel verder te vervolgen.  Tijdens de Vriendendagen  in april en mei hebbenwij de tuinen van Kleef bezocht.  Deze lezing is dus zeker interessant voor degenen die met de Vriendendag zijn meegegaan
Uit de archieven bleek dat Johan van Raesveld belangstelling had voor kruiden en dat de tuin werd gebruikt voor het kweken van  o.a. de Cnicus Benedictus ( Gezegende distel). Dit kruid was goed voor de stimulatie van de gal en goed voor de lever.
De heer Saaltink eindigde zijn lezing met een Chinees gedicht waarin werd betoogd dat de natuur de mens voor altijd gelukkig kan maken, wat door drank, eten en vrouwen lang niet altijd lukt.